
Introvert? Perfect. Je hoeft het podium niet te claimen om het te ownen.
"Het zijn allemaal introverten." Dat vertelde Lisa me toen ik vorige maand een workshop gaf bij het fijne RF Technologies. Over improvisatie, spreken voor publiek en hoe je lichaamstaal je mindset beïnvloedt.
En jawel — bij aankomst zag ik het meteen: gespannen schouders, schuifelende voeten, voorzichtig oogcontact.
Maar geen zorgen, dacht ik. We beginnen rustig. En met een vleugje humor.
(Natuurlijk mét een beetje gezonde stress van mijn kant ook.)
En toen gebeurde het:
De spanning week, de blikken ontspanden, en voor ik het wist, rolden er lachbuien en kwamen de creatieve uitspattingen.
Wat een plezier om te zien hoe snel mensen kunnen openbloeien — als je maar ruimte maakt.
Dat is ook één van de redenen dat ik al enkele jaren op het podium sta als stand-up comedian. Om ruimte te maken voor mezelf.
Maar dat is niet gemakkelijk:
Gewoon mezelf zijn. Niet perfect, wel aanwezig.
En ja, dat klinkt cheesy. Net als die quotes: "Just be yourself!" of "You do you!"
Maar eerlijk? Soms zit er toch wat in. Zelfs als ik ze eerst even wil wegrollen met mijn ogen. 🙃

Zelf een black-out? No problem!
Ik ben fervente voorstander van de 'practice what you preach' methode, en maar goed want in het begin had ik een black-out. Gewoon, alles weg. Grappige was dat net wat ik vergat te zeggen: 'Improvisatie is de kunst van niet nadenken'. Zo simpel is het. Improvisatie draait niet om het perfect uitstippelen van elk woord of het maken van de meeste grappen. Het draait om het vertrouwen om gewoon jezelf te zijn en mee te gaan met wat er gebeurt. Dát is bevrijdend. Dát geeft zelfvertrouwen.
Daarom verwerk ik improvisatie in mijn workshops. Dus ik liet de deelnemers loskomen met improvisatiespelletjes. Want spelen heeft geen doel, geen score en geen prestatiedruk. Het enige wat telt, is het moment. En wat bleek? Die zogenaamd introverte groep hing ontzettend goed aan elkaar.
Ze kwamen meteen uit hun comfortzone en de meest zwijgzame personen begonnen moppen te tappen alsof ze het elke dag deden. Zelfs Bernard, de CEO, hield zich niet op de achtergrond. Hij gaf zijn team alle ruimte, maar nam op de juiste momenten ook zelf het voortouw. Wat een fijne sfeer daar!
Wat ik zelf leerde (en van mijn blote voeten)

Van elke workshop steek ik zelf ook iets op. Eén ding dat telkens terugkomt: ik wil er altijd te veel in proppen. Alsof ik mensen in anderhalf uur ineens wil leren improviseren, ademhalen, presenteren én hun kindtrauma's verwerken. Rustig, Barbara. Dus: het mag allemaal wat ruimer. Ademruimte. Speelruimte. Zweetokselruimte. (Of neen, laat die maar.)
En dan nog een onverwacht momentje: Lisa vroeg op een bepaald moment – een beetje voorzichtig – "Mogen we onze schoenen uitdoen?"
Niet iedereen stond te popelen (letterlijk), maar ik dacht: ja, waarom niet? En het was fijn.
De zon scheen, de vloer was warm, en ik voelde me plots helemaal geaard. (In mijn hoofd zie je me nu blootsvoets door een bloemenweide huppelen, achtervolgd door lammetjes. In slow motion. Uiteraard.)
Wat ik meepik?
Ik was gewoon mezelf. Inclusief stotteren en black-outs. En toch: het klikte. Alles viel op z'n plek. De groep – nochtans vol zelfverklaarde introverten – eindigde al lachend en spelend. Ik was niet leeg achteraf. Integendeel. Ik voelde me opgeladen. Voldaan.
Als chronische overdenker speel ik graag gesprekken achteraf opnieuw af. (Met betere antwoorden, dan wel.) Maar uiteindelijk draait het niet om wat ik zeg, wel om wat ik meegeef. Die ene quote blijft hangen – en niet op een irritante Pinterest-manier: "Mensen vergeten wat je zei, maar ze vergeten nooit hoe je hen liet voelen."
Nieuw motto: minder voorbereiding, meer vertrouwen.
Het gaat om hoe je ergens instapt. Wat je uitstraalt. En dat werd me die vrijdag nog maar eens duidelijk. Mét of zonder schoenen.
Ik schrijf elke maand over wat me raakt of verrast in mijn zoektocht naar meer speelsheid en echtheid. Volgende keer vertel ik over mijn Comedy-show. En hoe ik écht voelde: ik mag hier gewoon staan. Zo. Zoals ik ben. Elke keer als mijn eigen grappen goed ontvangen worden, geeft het me een absoluut gevoel van aanvaarding. En daarvoor doen we het. Toch? Nee? Echt niet? Jawel hoor! Tot de volgende!
